In de Rotterdamse haven komt veel slib terecht dat wordt aangevoerd vanuit rivieren. Dit doorgaans vervuilde slib wordt tot dusver onverwerkt gestort in een depot of voorbewerkt in een mechanische slibreiniger, waarna het residu wordt gestort. Verder blijken maritieme afvalstromen, waaronder de zgn. SOVI-koek, grotendeels niet in aanmerking te komen voor hergebruik of nuttige toepassing, waardoor verbranding de enige optie is.
De keramische industrie heeft zich gecommitteerd aan het Grondstoffenakkoord, zodat 50% van de primaire grondstoffen uiterlijk in 2030 vervangen dient te zijn door secundaire (herwonnen/herbruikbare) grondstoffen. In het productieproces mogen echter uitsluitend schone materialen gebruikt worden zonder gebonden chemische verontreinigingen. Voor de keramische industrie zijn er tot dusver echter geen geschikte opties beschikbaar (op praktijkschaal) om afgesproken efficiëntieslag qua grondstoffenbenutting mogelijk te maken.
Dit vormde voor Xirqulate en haar aandeelhouders de directe aanleiding voor het Harbour Stone-project dat is gericht op grootschalige verwerking van een range aan afvalstromen, w.o. verontreinigd (haven)slib en SOVI-koek tot producten met een wezenlijk ander doel, te weten een kleivervanger t.b.v. productie van bakstenen.
Binnen de groep waartoe Xirqulate behoort, is een gepatenteerd proces ontwikkeld waarmee verontreinigde reststromen zoals (haven)slib, maar ook de fractie die overblijft na vergisting van huishoudelijk afval kunnen worden verwerkt tot een secundaire grondstof voor de keramische industrie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een Dynamisch Thermisch Oxiderende behandeling, ook wel DTO-proces genoemd. Het reeds bestaande DTO-proces, dat overigens nog nooit eerder op praktijkschaal is toegepast voor beoogde mix van havenslib met SOVI-koek, betreft een verbrandingsproces waarbij de verontreinigde reststromen door toevoeging van een grote hoeveelheid zuurstof in een wervelstroom worden gebracht. Met dit proces kan voor iedere afzonderlijke verontreiniging de T en daarmee de oxidatie van de verontreinigingen op 10 ºC nauwkeurig afgeregeld worden. Dat is van belang om het inert materiaal voldoende zuiver en homogeen te krijgen. De voorheen in het slib aanwezige verontreinigingen (in dampvorm) zullen uiteraard worden afgevangen via rookgasreiniging.
Echter, de calorische waarde van havenslib is dermate laag dat toevoeging van een brandbare stof noodzakelijk is. Omdat gebruik van fossiele brandstoffen vanuit duurzaamheidsperspectief niet wenselijk is, wordt gebruik gemaakt van een afvalstroom met een relatief hoge calorische waarde zoals de reststroom SOVI-koek. Overigens lijken bij beoogde opschaling richting de toekomst ook andere hoogcalorische havenstromen uitermate geschikt te zijn zoals sorteerresidu, bestaande uit niet-recycleerbare plastics, visnetten en trossen (SRF).
De “proof of concept” op praktijkschaal inzake verwerking van een mix aan hoog- en laagcalorische afvalstromen dient echter nog te geschieden. Binnen de kaders van dit REACT-EU project wordt daarvoor het fundament gelegd. Tijdens de zgn. Second Valley of Death vormt het controleerbaar, voorspelbaar en beheersbaar kunnen houden van het DTO-proces een cruciale factor in het licht van de milieuvergunning, de detailed engineering en uiteindelijk ook t.b.v. het wegnemen van resterende technische onzekerheden, die mogelijk een belemmering vormen bij de financiering. Van belang is dan ook om op voorhand voldoende inzicht te vergaren in de output (i.e. het inert materiaal) als resultante van de feedstock (i.e. de samenstelling van de afvalstromen).
Doelstelling van dit REACT-EU project betreft het wegnemen van de resterende belemmeringen richting de investeringsfase. Vervolgens is het de intentie tijdens de vervolgfase om de werking op praktijkschaal te demonstreren van een DTO-installatie waarmee een mix aan hoog- & laagcalorisch maritiem afval wordt omgezet in kleivervanger die geschikt is t.b.v. inzet als secundaire grondstof in de keramische industrie voor de productie van straat- & gevelstenen voor de huizenbouw. Betreffende DTO-installatie, met beoogde capaciteit van 80 kton per jaar dient te werken met twee feedstocks, namelijk de laagcalorische verontreinigde havenslib en de hoogcalorische SOVI-koek. In een later stadium vindt nog uitbreiding plaats naar 240 kton op jaarbasis met bovendien een bredere range aan hoog- en laagcalorische afvalstromen.