Producten van vezelversterkt thermohardend composiet (polyester of epoxyhars) zoals windmolenpropellerbladen, boten, interieurs van treinen en autobussen zijn aan het einde van hun levensduur door hun gemengde samenstelling moeilijk te recyclen. Om deze reden zijn er nauwelijks toepassingen voor fracties van thermohardend composiet en stijgt de afvalberg gigantisch.
Door Covid crisis heeft de opschaling vertraging opgelopen en hebben investeerders afgehaakt.
Doel van het project is de doorontwikkeling van een fractioneringstechnologie van TRL6 naar TRL 8. De fractioneringstechnologie verkleint de polyester delen tot een zodanige grootte, dat deze direct in nieuwe producten kan worden toegepast, maar waarbij de vezelsterkte behouden blijft. Onderdeel van het project is een pilotinstallatie op de Maasvlakte met een verwerkingscapaciteit van 4 à 5 ton per dag.
De innovatie van het project is tweeledig:
1. De technologie. Bestaande shreddertechnieken resulteren in grote grove fracties die niet bruikbaar zijn. De CRC techniek resulteert in zodanig kleine fracties dat deze goed bruikbaar zijn in nieuwe producten, ook in producten die constructieve sterkte behoeven, met een minimale stofopbrengst.
2. De keten, waarin alle partijen zijn betrokken, van aanlevering (NS, VDL, Polytec), Logistiek (Rhenus), Shredding/verkleining (CRC) tot productie (Gees Recycling, Rapid Asfalt, BAM, etc).