In 2006 introduceerde de Europese Unie een nieuwe wet, ook wel bekend als de Registratie, Evaluatie, Autorisatie en Restrictie van Chemicaliën (REACH), dat chemische bedrijven opdraagt om informatie aan te leveren over de gezondheidseffecten en milieugevaren van ruim 25.000 chemicaliënproducten die gebruikt worden in Europa. De uitvoering van deze wet leidt tot een enorme groei van dierproeven. Dat is onpraktisch, onuitvoerbaar, ongewenst en onethisch. Het is dan ook noodzaak om valide alternatieven voor deze dierproevenexplosie te ontwikkelen. Op dit moment worden er jaarlijks ruwweg 600.000 dierproeven met meerdere dieren ingezet in de onderzoekslaboratoria op een aantal universiteitscampussen en een aantal bedrijven.
Nederland loopt (samen met UK) voorop in het beleid om te komen tot dierproefvrij onderzoek en wil dat in 2025 bereiken. De REACH vereisten voor de petrochemische industrie staan hier haaks op.
Het ontwikkelen valideren, borgen en uitrollen van dierproefvrije onderzoeksmethodes en aanpakken verenigt beide beleidslijnen en verstevigt het fundament onder de koppositie van de onderzoekslaboratoria in en om de universiteitscampussen en bedrijven in Nederland.
De petrochemische industrie (vertegenwoordigd door Shell) heeft deze dubbele uitdaging opgepakt en heeft een consortium opgezet met de Universiteit Utrecht, Wageningen Universiteit Research , Hogeschool Utrecht en twee gespecialiseerde mkb bedrijven (PamGene en Vivaltes ) dat er op gericht is om in 4 jaar een onderzoeksaanpak te ontwikkelen die voldoet aan de REACH vereisten en tegelijkertijd een belangrijke bijdrage levert aan het beleid naar een proefdiervrij onderzoeksland De te ontwikkelen onderzoeksaanpak leidt ook sneller tot resultaat en is een stuk goedkoper dan de huidige dierproef-gerelateerde onderzoeken.
De gevalideerde onderzoeksaanpak zal worden uitgerold naar de laboratoria in en om de universiteitscampussen van Utrecht en Wageningen. Er wordt een omzetboost voorzien die zal leiden tot 250 hooggekwalificeerde banen in 2025 in en om Utrecht en Wageningen. Daardoor wordt de sterke positie van Nederland in hoogwaardig en valoriserend onderzoek verder gestuwd en wordt deze economische aanjager verder versterkt.