De Noordzee ondergaat grootschalige en ingrijpende veranderingen in het gebruik (windenergie, gesloten gebieden), en in de fysieke toestand (klimaatverandering). Tegelijkertijd staat het onderzoek naar visbestanden onder druk door beperkte budgetten en een beperkte beschikbaarheid van onderzoeksschepen. Omdat vissersschepen een groot deel van het jaar op zee zijn, en bij elke visactie feitelijk een bemonstering uitvoeren, ligt het voor de hand om ze veel meer dan nu gebeurt in te zetten als “ogen en oren” om de benodigde informatie te verzamelen. Wanneer dit gedaan kan worden met minimale werklast voor schipper en bemanning, en op zo’n manier dat het bedrijf er zelf ook direct nu van ondervindt, ontstaat een dataverzamelingsmodel dat aantrekkelijk is om aan deel te nemen.
Dit project zet deze beweging in gang door een nieuw kennissysteem op te zetten en te testen met de eerste vijf schepen. Het project realiseert daarmee een structurele kruisbestuiving tussen vissers en onderzoekers. De wetenschappers gebruiken de gegevens voor onderzoek, en leveren tegelijkertijd uitkomsten terug aan de visserijbedrijven.
Er ontstaat voor beide partijen meerwaarde vanuit de verzamelde gegevens. De visserijbedrijven kunnen met directe toegang tot de eigen gegevens met behulp van krachtige visualisatietools hun bedrijfsvoering optimaliseren. Dit wordt aangevuld met beslissingsondersteunende functies op basis van de samengestelde gegevens van alle deelnemers. De wetenschappers krijgen een ongekende mate van detail in de vorm van vangstgegevens en gebundelde sensorinformatie per trek, die na opschaling van het systeem naar de rest van de vloot in de nabije toekomst ook een ongekende dekking inhoudt.
Beide partijen kunnen op een tot nog toe onmogelijke wijze hypothesen formuleren over vangstverspreiding en ecosysteemveranderingen, en deze toetsen aan de werkelijkheid. Het resultaat is een visserij die op twee fronten slimmer en efficienter kan opereren: de bedrijven zelf kunnen beter plannen en meer gericht vissen, en de onderzoekers zijn beter in staat antwoorden te geven op de kennisvragen van nu en van de toekomst. De onderlinge wisselwerking wordt versterkt doordat de vissers met behulp van de visuele presentatie van de verzamelde gegevens in staat worden gesteld nieuwe onderzoeksvragen en hypotheses vanuit de praktijk te formuleren die door de onderzoekers kunnen worden opgepakt.
Het project start met een haalbaarheidsonderzoeksfase waarin één schip wordt uitgerust met de concentrator en conductiviteits/diepte/temperatuurmeter op het vistuig en vangstgegevens plus verklarende variabelen per trek gaat verzamelen. Het haalbaarheidsonderzoek brengt in kaart wat er exact nodig is om de in dit projectplan geformuleerde doelstellingen te realiseren, en mondt uit in een rapportage. Eind 2020 wordt een go / no-go beslissing genomen gebaseerd op deze rapportage. Wanneer het werk conform de oorspronkelijke planning haalbaar is worden nog vier schepen uitgerust met de concentrator.
De tarbot case study bestaat uit het maken van een verspreidingsmodel voor tarbot op basis van de gegevens zoals die verzameld worden door individuele vissers. De ruimtelijke verspreiding van de schattingen worden samengevat in kaarten, waarin zowel de gemiddelde schatting gegeven wordt, maar ook de onzekerheden over deze schattingen.
Voor de uptake van de verzamelde gegevens door onderzoekers en uiteindelijke beleidsmakers is betrouwbaarheid van de procedures cruciaal. Tegelijkertijd spelen er voor de gebruikers en deelnemers issues omtrent privacy en praktische uitvoerbaarheid. De ontwikkeling van een QA raamwerk is daarom een integraal onderdeel van het project en grijpt op alle onderdelen in het gegevensverzamelingsproces in. Door het QA-aspect vanaf het eerste begin mee te nemen in de ontwikkeling van de gegevensverzameling kunnen knelpunten tijdig worden gesignaleerd en kan nog eenvoudig worden bijgestuurd. Het werkpakket mondt uit in een QA raamwerk, dat de vereisten aan de technische en aan de procedurele kant in kaart brengt.